Weetjes over Heilig Bloed
Quiz je mee ?
1. Onze Heilig Bloedprocessie vindt haar oorsprong in Nederland. Tijdens een eucharistieviering stootte een priester de kelk met witte wijn om. De vlek op het altaarlinnen kleurde onmiddellijk rood. Wat is de naam van de priester die de kelk omstootte? (foto)
a. Eligius van den Aker
b. Eligius van ’t Veldt
c. Eligius van Holland
2. Waar vond dit Bloedwonder plaats?
a. Boxel
b. Den Bosch
c. Boxtel
3. In de 17deeeuw werden de Heilig Bloeddoeken naar België gebracht, eerst naar Antwerpen en dan naar Hoogstraten. Waarom bracht men ze naar België?
a. Omdat ze niet langer veilig waren in Nederland door de opkomst van het protestantisme.
b. Omdat Hoogstraten bekender was.
c. Omdat Hoogstraten een mooie kerk had, en een mooi processieparcours.
4. Wanneer ging de processie een eerste keer uit in Hoogstraten?
a. 1602
b. 1652
c. 1692
5. Onze huidige processie werd halfweg de 20steeeuw hertekend. De uitbeelding van de eucharistie werd de basis. Wie zorgde hiervoor?
a. Pastoor Van Reusel
b. Deken Leo Senden
c. Deken Jozef Lauwerys en priester Remi Lens
6. Hoeveel personen dragen het Heilig Bloedschrijn, waarin het Bloeddoek tentoon gesteld wordt? (foto)
a. 7
b. 8
c. 9
7. In de openingsgroepen van de processie neemt de heilige Katharina, als patroonheilige van Hoogstraten, een belangrijke plaats in. Zij wordt gevolgd door 2 levieten die één van haar attributen dragen: een wiel. Wat symboliseert dit? (foto)
a. Met dit foltertuig wou haar man haar om het leven brengen omdat ze het christendom niet wou afzweren.
b. Met dit wiel kon ze zich beter verplaatsen om arme kinderen te helpen.
c. In haar gevangenschap zat ze altijd aan een spinnenwiel.
8. In de processie loopt er ook een groep in het zwart geklede boetelingen die aan elkaar geketend zijn en een groot kruis dragen. Op elk kruis staat een hoofdzonde. Hoeveel hoofdzonden zijn er? (foto)
a. 7
b. 9
c. 10
9. De processie wordt afgesloten door het Stadsbestuur. Zij dragen een lantaarn.
Deze lantaarn heeft nog een andere naam. Welke? (foto)
a. flambeeuw
b. lampion
c. vredeslicht
10. Wanneer heeft de processie plaats?
a. Op Pinksteren en de zondag erna
b. Op de eerste en de tweede zondag na Pinksteren.
c. Op de tweede en de derde zondag na Pinksteren.
Antwoorden: 1a, 2c, 3a, 4b, 5c, 6b, 7a, 8a, 9a, 10b